Wwft

Toepassingsgebied Wet witwassen en financiering terrorrisme (Wwft):

In het onderstaande wordt uitgelegd wanneer de Wwft van toepassing is op dienstverlening van advocaten.

Kort gezegd komt het er op neer dat de werkzaamheden voor het bepalen van de positie van de advocaat/klantrelatie en de inhoud van de opdracht niet onder deze wet vallen. Daarna vallen ook de werkzaamheden ten behoeve van bijstand ter bepaling of bescherming van de rechtspositie van de klant niet onder deze wet vallen.

Hierna een stuk tekst voor wie meer wil lezen.

De Wwft is van toepassing op advocaten en advocatenkantoren voor zover zij zelfstandig onafhankelijk beroeps- of bedrijfsmatig advies geven of bijstand verlenen bij:

– het aan- of verkopen van registergoederen;

– het beheren van geld, effecten, munten, muntbiljetten, edele metalen, edelstenen of andere waarden;

– het oprichten of beheren van vennootschappen, rechtspersonen of soortgelijke lichamen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;

– het aan- of verkopen van aandelen in, of het geheel of gedeeltelijk aan- of verkopen dan wel overnemen van ondernemingen, vennootschappen, rechtspersonen of soortgelijke lichamen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;

– werkzaamheden op fiscaal gebied die vergelijkbaar zijn met de werkzaamheden van belastingadviseurs; of

– het vestigen van een recht op hypotheek op een registergoed.

De Wwft is ook van toepassing op advocaten en advocatenkantoren voor zover zij zelfstandig onafhankelijk beroeps-of bedrijfsmatig optreden in naam en voor rekening van een cliënt bij enigerlei financiële transactie of onroerende zaaktransactie.

Vrijstelling advocatuur (art. 1a, vijfde lid)

De Wwft is niet van toepassing op advocaten en advocatenkantoren voor zover zij voor een cliënt werkzaamheden verrichten betreffende de bepaling van diens rechtspositie, diens vertegenwoordiging en verdediging in rechte, het geven van advies voor, tijdens en na een rechtsgeding of het geven van advies over het instellen of vermijden van een rechtsgeding (artikel 1a, vijfde lid).

Dit betekent dat advocaten die werkzaamheden verrichten als bedoeld in artikel 1a, vijfde lid, van de Wwft, niet gehouden zijn de bepalingen van deze wet toe te passen. In deze gevallen bestaat dus ook geen meldingsplicht aan de FIU-Nederland.

In de praktijk komt nog wel eens de vraag naar voren wat nu precies wordt verstaan onder “bepaling van de rechtspositie” van de cliënt. In tegenstelling tot andere Europese landen wordt dit begrip in Nederland restrictief uitgelegd. Alleen het eerste verkennende gesprek dat de advocaat met zijn cliënt vóór aanvang van de dienst voert is vrijgesteld van de Wwft (cliëntenonderzoek en eventueel melden van een ongebruikelijke transactie), niet alleen bij procedure gerelateerde kwesties, maar ook bij een advies ten behoeve van een Wwft-plichtige dienst. In de parlementaire geschiedenis bij de totstandkoming van de Wwft is daar onder meer het volgende over gezegd:

De zinsnede «bepaling van de rechtspositie van een cliënt» dient – hoewel restrictief – tegen de achtergrond van de bestaande geheimhoudingsbepalingen voor de advocaat en de (kandidaat-) notaris als volgt te worden uitgelegd: er moet gelegenheid worden geboden om vast te stellen welke dienstverlening van een (kandidaat-)notaris of advocaat dan wel de belastingadviseur wordt verlangd. Voor de advocaat en belastingadviseur is zulks van belang om te bepalen of de van hem verlangde dienst nu wel of niet in verband met enig rechtsgeding wordt verzocht. Bij het notariaat is een oriënterend moment nodig om zich ervan te vergewissen of in casu de verzochte dienst voor de cliënt nu wel de meest voor de hand liggende is. Handleiding en Stappenplan Wwft voor advocaten.

Teneinde adequaat te kunnen vast stellen om welke dienstverlening het gaat, is in ieder geval een verkennend gesprek met de cliënt noodzakelijk dat onder alle omstandigheden in vertrouwelijkheid plaatsvindt. Aldus wordt gewaarborgd dat elke cliënt onbezwaard alle informatie naar voren kan brengen die van belang is om te beoordelen of rechtshulp in verband met enig rechtsgeding wordt verzocht dan wel diensten worden verlangd die al dan niet binnen de werkingssfeer van dit voorstel vallen. Dit initiële gesprek zal voldoende zijn om inzicht te krijgen in de beweegredenen van de cliënt. Voor zover nadien duidelijk wordt dat het gaat om werkzaamheden als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 11°, 12° en 13° [oud, NOvA], die geen verband houden met enig rechtsgeding, is sprake van dienstverlening waarop de regels van dit voorstel van toepassing zijn.

Dit betekent dat de advocaat, (kandidaat-)notaris of belastingadviseur in dat geval de daadwerkelijke dienstverlening zal moeten opschorten totdat hij zijn cliënt kan identificeren.

In het vijfde lid van artikel 1a komt de reeds bestaande uitzondering van het oude artikel 1, tweede lid, Wwft terug voor belastingadviseurs, advocaten en notarissen die werkzaamheden verrichten betreffende de bepaling van de rechtspositie van een cliënt, diens vertegenwoordiging en verdediging in rechte, het geven van advies voor, tijdens en na een rechtsgeding of het geven van advies over het instellen van of vermijden van een rechtsgeding. In deze gevallen is de Wwft niet op de genoemde instellingen van toepassing, vanwege de vertrouwenspositie die deze instellingen in het maatschappelijke verkeer innemen.